Opbouw van de Tarot
De Tarot bestaat uit 22 kaarten die de Grote Arcana vormen en vier groepen van 14 kaarten die samen de Kleine Arcana vormen.
De 22 Grote Arcana kaarten zijn de zogenaamde archetypen. Dit zijn de 'oerkaarten' die de grondslag vormen voor de latere varianten die zijn ontwikkeld. Deze basis wordt vertegenwoordigd door figuren als de Keizer, Dwaas of Hoge priesteres. Ook zijn hierin kosmische krachten zoals de Zon en Maan vertegenwoordigd. Constructies zoals de Wagen, Het Rad van Fortuin en De Toren zijn eveneens zichtbaar. Andere kaarten zijn de Magiër, De Keizerin, De Hogepriester, De Geliefden, Kracht, De Kluizenaar, Gerechtigheid, De Gehangene, De Dood, Gematigdheid, De Duivel, De Ster, Het Oordeel en De Wereld.
De 56 Kleine Arcana kaarten staan voor mensen, ideeën, activiteiten en gebeurtenissen in ons leven. Als in een tarotlegging het merendeel van de kaarten bestaat uit de Grote Arcana dan is er echt iets belangrijks wat de aandacht nodig heeft. Misschien is diegene, ondanks het grote belang, zich er nog niet van bewust.
Als we heel veel Kleine Arcana kaarten in de legging aantreffen dan is er wellicht een simpele oplossing voor handen of zullen diverse gebeurtenissen snel gaan plaatsvinden.
De vier kleuren van de Kleine Arcana zijn elk genummerd van aas tot en met tien. Daarnaast heeft elke kleur nog vier hofkaarten: Koning, Koningin, Ridder en Page. Sommige Tarotdecks bevatten ook nog een vijfde hofkaart: De Prinses. De vier kleuren staan symbool voor de vier elementen: Zwaarden met lucht, Staven met vuur, Pentakels met aarde en Bekers met water.